De vakantie was heerlijk. Even geen afspraken. Even niet reageren, oplossen, bijsturen. Tijd om te ademen. Te kijken. Stil te staan. En ergens op een bergtop, in een tent of gewoon in je tuin dacht je: zo wil ik het vaker. Meer ruimte. Meer rust. Minder moeten. Meer richting.
Vanaf je handdoek nam je je voor: na de vakantie ga ik het anders doen. Maar intussen is het alweer maandag. De agenda stroomde vol. De mailbox ontplofte. De oude patronen grepen je vast nog voor je je eerste kop koffie op had. En je voelt het: de intentie was er, maar de actie bleef uit.
Straks is nooit leeg
We houden onszelf vaak voor dat er straks tijd komt. Straks wordt het rustiger. Straks kan ik weer nadenken. Straks ga ik het anders doen. Maar straks is nooit leeg. Straks zit vol met alles wat je niet vandaag doet. En dus schuiven we. Uit gewoonte. Of uit hoop.
Maar zoals Einstein zei: “Waanzin is steeds hetzelfde doen en toch een andere uitkomst verwachten.” En Newton vulde hem al eeuwen eerder aan: iedere actie leidt tot een reactie.
Zonder actie geen reactie. Zonder keuze geen verandering. En dus is de vakantie alleen betekenisvol als je iets meeneemt naar nu. Een tikje aan het roer. Een mini-besluit. Want alleen dan verandert er iets.
De vakantie als oefening in anders zijn
Wat vakantie zo bijzonder maakt, is dat je leeft op een ander ritme, zonder je identiteit te verliezen. Je bent nog steeds jezelf, maar dan zonder haast. Je bent actief, maar vanuit rust. Je leeft, maar laat je niet leven.
Dat noem ik actieve stilstand. Een moment waarin je zonder te presteren voelt wat je nodig hebt. Waarin de tijd vertraagt en de richting zich aandient.
Misschien was dat je tussentijd. De ruimte tussen wat je deed en wat je zou kunnen doen. Tussen wie je was en wie je wilt zijn.
Maar dan moet je wel iets doen. Niet groots. Niet radicaal. Een tikje. Een besluit. Een ander antwoord. Een andere vraag.
Geen verandering zonder iets anders te doen
Als je niets verandert, verandert er niets. Alleen zeggen dat je het anders wilt doen is niet genoeg. Je moet iets anders doen.
Dat kan klein:
- Plan reflectietijd in je agenda – net zo onwrikbaar als een teammeeting.
- Zet een vraag op je beginscherm: Wat heb ik vandaag nodig om richting te houden?
- Zeg één keer per dag ‘nee’ tegen iets wat je normaal automatisch zou doen.
Je hoeft het niet perfect te doen. Maar je moet wel iets doen. Actie is de enige manier om richting te geven. Een tikje aan het roer. En dan weer. En dan nog één.
Want dat is hoe verandering werkt. Niet in grote sprongen, maar in kleine verschuivingen. Die, als je omkijkt, een hele koers blijken te zijn.
Later is nu
Straks is niet meer. Later is geweest. Wat overblijft is nu. Je hoeft niet te wachten tot het systeem verandert. Tot je team meebeweegt. Tot je coach terug is. Je hoeft niet eens te wachten tot je ‘klaar’ bent.
Je mag beginnen. Nu. Met iets kleins. Met één gesprek. Eén reflectiemoment. Eén gewoonte die je verandert.
Want werkelijk Agile worden begint niet bij een framework. Niet bij een training. Niet bij je organisatie. Het begint bij jou.
Bij dit moment. Bij nu.